‘Ssslangenspel’ is gebaseerd op het spelbord ‘Slangen & Ladders.’ Door middel van een puzzel wordt de slang één geheel. Zodra de puzzel volledig is, kan het spel starten. Op elk puzzelstuk staat een figuur. De figuren zijn in een vaste volgorde weergegeven: ster – vierkant – cirkel – hartje. Met behulp van de pionnen, kan de speler zich verplaatsen van de kop van de slang tot aan de staart. Een dobbelsteen van nul tot en met twee bepaalt hoeveel stappen de speler mag zetten. In therapie kan ‘Ssslangenspel’ op verschillende manieren worden ingezet. Een voorbeeldspel wordt hieronder uitgeschreven. Binnen de therapiesessie voert de cliënt de opdrachten (bv. rekenoefening) uit. Als de opdracht juist is, krijgt de cliënt één of meer puzzelstukken (afhankelijk van hoeveel tijd er is). Nadat de cliënt alle puzzelstukken gemaakt heeft, kan hij/zij de puzzel maken op zelfstandige wijze of op basis van de foto. Zodra de slang volledig is, kan er een nieuwe opdracht starten. Hierbij wordt de slang geïntegreerd. Elke speler krijgt een pion. Eén voor één gooien de spelers met de dobbelsteen. Wie er mag beginnen, kan zelf bepaald worden. Er zijn vier stapels met kaartjes. Per figuur (ster – vierkant – hartje – cirkel) wordt er een stapel voorzien met opdrachten. De dobbelsteen toont aan hoeveel stappen de speler mag zetten: nul, één of twee. Vervolgens zet de speler het aantal stappen, gelijk aan het cijfer dat werd gegooid. Werd er nul gegooid, dan gaat de speler niet vooruit, maar voert hij/zij wel een opdracht uit, die de andere speler mag kiezen uit een willekeurige stapel. Indien de speler één of twee gooit, neemt hij/zij een opdracht van de stapel met de figuur waarop de pion zich bevindt. Wie het eerst aan de staart van de slang is, heeft het spel gewonnen.